Dag 12, van Pontevedra to Tivó
Vanochtend startte ik vrij laat, rond een uur of tien begon ik pas te lopen. De hotelkamer had ik zonder ontbijt geboekt maar ik zag dat de cafetaria van het hotel open was. Kennelijk hadden ze geen zin om nog een ontbijtje aan mij te verkopen want nadat ze mijn kamernummer hoorden kreeg ik meegedeeld dat ontbijt niet inbegrepen was. Ok, dan maar meteen uitchecken en kijken of het bakkertje om de hoek open was. Daar heb ik heerlijk ontbeten met verse jus, een potje thee, een stokbroodje chorizo en ik kreeg er nog wat pincho’s bij: een stukje cake en twee churroz. Met een goed gevulde maag ging ik op weg. De Camino route kon ik om de hoek weer oppikken en liep dwars door de oude stad naar een prachtige oude brug.
Er stond vandaag een flink windje dat er ‘s ochtends voor zorgde dat het nog best fris was. De benen hadden er zin in vandaag, soepel liep ik de stad uit. Het pad liep parrallel aan de spoordijk wat je door dat groen bijna niet door hebt totdat je opeens een spoorwegovergang nadert.
Het pad leidde weer door het bos en ook hier was er overal wel water te horen en te zien. Kleine stroompjes kruisen het pad en zo nu en dan kom je een watervalletje tegen. Al die kleine stroompjes en de geur van de eucalyptusbomen geven de bossen hier iets magisch.
Na een kilometer of acht stijgt het pad weer flink, het leek net of mijn benen het vandaag eindelijk hebben begrepen wat ze moeten doen. Zonder pijn gewoon doen waar ze voor gemaakt zijn; lopen. Het stijgen ging vrij soepel en zo hier en daar was er wel een barretje te vinden waar je even kon zitten en wat drinken. Vandaag heb ik bij elke bar weer dezelfde groep Canadese dames gezien en gesproken.
De natuur hier is prachtig, ik geniet van het gekwetter van de vogels, het getjirp van de krekels, de bloemen, wegschietende hagedissen... Aan dieren geen gebrek. Ik kwam ook een jonge poes tegen die wel zin had in een knuffeltje, haar zwarte vriendje vond het maar niets en hield mij strak in de gaten.
Een flink stuk van de route vandaag liep over een oude romeinse weg, nummer XIX. Gelukkig betreft het alleen de exacte plaats waar die weg ooit heeft gelopen en niet het wegdek zelf.
Nog 50 kilometer!
In deze streek vind je ook veel kleine wijngaarden en een deel van het pad liep dwars door zo’n wijngaard heen. Zoiets is ondenkbaar in Frankrijk of Duitsland, want stel je voor die pelgrims zouden ziektes en plagen mee kunnen brengen. Hier loop je gewoon onder de wijnranken door. De gemiddelde wijngaard is ook niet zo groot, laten we zeggen een kwart hectare maximaal. In de Albergue vertelde een Ierse pelgrim dat je in oktober dan ook echt met je hoofd door de trossen druiven loopt, hij had de route afgelopen jaar ook gelopen.
Net voor Tivó was er nog een barretje met terras en toen ik daar langs liep.... ja hoor ze zaten er weer de Canadese dames! Ik ben doorgelopen want het was nog maar zo’n anderhalve kilometer en ik had de pas er goed in.
Voor vandaag heb ik een plekje kunnen bemachtigen in de Albergue Catro Canis en dat was maar goed ook. De herberg zit vol. Na een warme ontvangst door de familie die de albergue runt ben ik net een colaatje in een hangmat in de tuin gaan liggen. Ik lag nog geen vijf minuten toen ik miaauww naast mij hoorde. Het poezenbeest sprong lenig het hek over en kwam naar mij toe. Na een eerste kennismakingskroel achter haar oortjes sprong ze bij mij op schoot in de gangmat en was niet van plan om daar snel weg te gaan. Wat een heerlijkheid! Zo’n lief poezenbeest dat lekker bij je komt liggen en jou haar liefde geeft. Na dik een half uur samen geknuffeld te hebben vond ze het tijd om andere knuffelpelgrims op te zoeken. Bij navraag bleek het de kat van de buren te zijn die altijd bij de Albergue te vinden is op zoek naar knuffeltjes van pelgrims.
Na een heerlijk pelgrimsmaal bestaande uit soep, brood en Zorza ben ik richting de kamer gegaan om jullie dit verhaal te schrijven. Ik ga zo lekker een warme douche nemen en slapen. Morgen loop ik naar Padrón waar ik ook al een plekje in een Albergue heb geregeld. Het is druk op dit laatste stuk.
Van Padrón naar Santiago de Compostela is het nog een kleine 26 km, waarvan er pas op de laatste 15 kilometer een flinke klim is naar de top op 260 meter hoogte. Omdat die afstand mij nét iets te gortig is heb ik op 8 km voor de kathedraal in Santiago een hostel geboekt. Volgens plan kom ik dan alsnog op zaterdag aan.
Nog een paar daagjes en dan zit het er op. Dat zal spaan wel heel vreemd zijn.
Eerst nog lekker rusten en morgen weer op pad.
Groetjes.